Uitrusting,  Zo zit het

Verschil tussen een enkelgebroken en dubbelgebroken bit

Inmiddels rijdt het leeuwendeel van de ruiters met een dubbelgebroken watertrens. De overtuiging is namelijk dat dit het meest paardvriendelijke bit zou zijn. Toch hoeft dit niet altijd zo te zijn.

In dit artikel gaan we in over de verschillen tussen de bitten. Want hoe zit het nou eigenlijk echt?

Welk bit gebruik jij?

Eigenschappen enkelgebroken bit

Een enkelgebroken bit wordt vaak wat ouderwets gevonden. Toch zijn er ook paarden die de voorkeur geven aan dit bit, boven een dubbelgebroken. Doordat het scharnierpunt van het bit in het midden van het bit zit, is de druk op de tong minder hoog. Daartegenover staat, dat er meer druk op de zijkanten van de mond komt te staan. Bij inwerking heeft het namelijk een knijpend effect. Paarden met een smalle tong en paarden die een dubbelgebroken bit teveel beweging in de mond vinden hebben, doen het in het algemeen beter op een enkelgebroken bit.

Je hoort ook nog wel eens dat het midden van het bit in het gehemelte prikt wanneer de ruiter flink aan het bit trekt. In de praktijk blijkt dat zelden zo te zijn. De paardenmond is namelijk te breed om uiteinden aan de ringen daadwerkelijk naar elkaar toe te bewegen.

Welk bit het beste past, hangt af van het paard én de ruiter

Eigenschappen dubbelgebroken bit

Het is niet gek dat een dubbelgebroken bit het meest populaire bit is. De meeste paarden lopen er namelijk het best op. De druk op tong, lagen en mondhoeken is gelijkmatiger. Ook is het bit beweeglijker in de mond, iets dat veel paarden prettig vinden.

Wel is het -meer dan bij een enkelgebroken bit- belangrijk om de goede maat te kiezen. Zowel een te klein als een te groot bit kan leiden tot wondjes in de mondhoeken, wat voor het paard natuurlijk zeer vervelend is.

Verschillende soorten (hulstrens, watertrens en bustrens) dubbelgebroken bitten. Foto: Paatdenfanaten

Een dik bit is vriendelijker. Of toch niet?

Ik heb het zelf vroeger ook altijd zo geleerd: hoe dikker het bit, hoe vriendelijker voor het paard. Want: een dunner bit is veel scherper en werkt dus harder in op de paardenmond. In grote lijnen is dit natuurlijk waar. Alleen hebben niet alle paarden ruimte in de mond voor een dik bit, en doe je er meer kwaad mee dan goed.

Een bit moet namelijk op de lagen (het gedeelte zonder tanden en kiezen) passen, maar ook de tong moet nog genoeg ruimte hebben. Heb je een paard met een ‘smal bekkie’? Dan is het beter om toch een iets dunner bitje te nemen. Een bitfitter kan je daarbij helpen!

Het tegenovergestelde van een smal bekkie…

En dan hebben we ook nog het ongebroken bit

Veel mensen laten het ongebroken bit sowieso links liggen. Enerzijds omdat ze denken dat dit direct een stang is. Anderzijds omdat ze ervan uitgaan dat een ongebroken bit per definitie scherp is. Dit is niet waar. Eigenlijk is een ongebroken bit het minst scherp, omdat het de druk in de mond goed verdeelt en een knevelwerking is onmogelijk. Overigens dient het bit dan wel licht gebogen te zijn zodat het de anatomie van de paardenmond volgt.

En, hebben jij en je paard een duidelijke voorkeur? Vaak is het een kwestie van veel verschillende bitten uitproberen om te zien welke het beste werkt. Een bitfitter laten komen helpt ook. Hij of zij heeft veel ervaring met verschillende bitten bij verschillende paarden.Bovendien kun je op die manier in korte tijd veel verschillende bitten uitproberen. Zo zie je snel genoeg welke jij én je paard het prettigst vinden.

Meer weten over bitten? Lees dan verder over het verschil tussen de watertrens en de bustrens.

Bron: dressuur.nl en sport.infonu.nl