Hierom is een tweeling bij paarden zo zeldzaam
Tweelingen komen bij veel diersoorten voor. Bij schapen gebeurt het vaak, maar ook bijvoorbeeld koeien krijgen regelmatig twee kalfjes tegelijk. Bij mensen zijn tweelingen ook geen zeldzaamheid.
Bij paarden is een tweeling wél zeldzaam. Maar hoe komt dat eigenlijk?
Een eeneiige of twee-eiige tweeling
Eerst even het geheugen opfrissen. Bij tweelingen kan er sprake zijn van een eeneiige tweeling. Dan deelt de eicel zich na de bevruchting snel in tweeën. De andere optie is een twee-eiige tweeling, waarbij de moeder bij toeval twee eicellen heeft, die beide bevrucht worden.
In het eerste geval is de tweeling genetisch identiek. Dat betekent dat het geslacht altijd hetzelfde is, en dat de beide individuen bijna ‘kopieën’ van elkaar zijn. Ze lijken dus erg op elkaar.
Bij de meeste dieren is er sprake van een twee-eiige tweeling. Of nog meer-eiig, zoals bij een meerling als een drieling of vierling. Denk bijvoorbeeld aan honden, varkens en katten. In een nestje kittens kunnen jonge poesjes van alle kleuren zitten.
Ontstaan van een tweeling bij paarden
Bij paarden werkt het iets anders dan bij de eerdergenoemde katten. Een eeneiige tweeling komt niet voor bij paarden. Of nou ja, dat is nog nooit aangetoond. In het kleine geval dat er een tweeling wordt geboren, zijn de beide veulens altijd verschillend en dus het product van verschillende eicellen.
We weten dat er vaak meerdere rijpe eicellen zijn (maar liefst zo’n 16%), maar dat het aantal tweelingdrachten maar 1,5% is. Daadwerkelijke geboortes van levende paardentweelingen komen nog veel minder vaak voor, minder dan een half procent.
Maar waarom is een tweeling nou zo ingewikkeld bij paarden?
Embryo’s in de buik van de moeder worden gevoed via de placenta. Deze maakt contact met het baarmoederslijmvlies. De verbinding tussen placenta en baarmoederslijmvlies is bij paarden niet sterk, omdat een paard na de bevalling snel weer in de benen moet als dat nodig is: van nature zijn paardachtigen tenslotte vluchtdieren. Bij andere dieren -zoals bijvoorbeeld de koe- is die verbinding veel sterker.
Het gevolg is dat bij het paard is de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen richting het veulen een stuk moeilijker gaat. Bij een eenling is dat niet zo’n probleem, maar wanneer er twee veulentjes gevoed moeten worden, krijgt meestal één van de twee -of beiden- te weinig binnen. In het beste geval blijft één van de twee daardoor wat kleiner, in het slechtste geval sterft de tweeling al in de buik.
Hoera, er is een paardentweeling geboren!
Hoewel het uniek is en in de meeste gevallen de krant haalt, is de gemiddelde fokker helemaal niet blij met een tweelingdracht. Vaak sterft namelijk één of beide veulentjes al gedurende de dracht, of tijdens of net na de bevalling. Ook is het voor de merrie veel belastender en gevaarlijker. Blijven allebei de veulens toch leven, dan blijft één vaak kleiner en/of heeft last van gezondheidsproblemen.
Om deze reden wordt er vaak voor gekozen -als de tweelingdracht op tijd wordt ontdekt- om één van beide vruchtjes af te knijpen. Het gebeurt alleen regelmatig dat een tweelingdracht niet wordt opgemerkt en pas tijdens de geboorte blijkt dat er iets meer beentjes dan normaal naar buiten willen.
In 2020 werd een heel bijzondere paardentweeling geboren
We schreven er al eerder over, maar bijzonder blijft het. In het vroege voorjaar van 2020 werd er een tweeling geboren. Vader van deze twee schatjes? De beroemde Totilas!
De tweeling bestaat uit een hengst en een merrie. Het kleine hengstje is zwart en lijkt als twee druppels water op zijn vader. De merrie is wat kleiner, maar doet het ook goed. Bovendien heeft zij de looks van haar moeder, een vosmerrie met brede bles. Meer lezen en vooral zien? Bekijk dan het artikel Totilas-tweeling geboren.
Bron: Diergeneeskundig Centrum
3 reacties
Pingback:
Pingback:
Pingback: