Verschil tussen een bustrens en een watertrens
Eerder schreven we al over het verschil tussen een enkelgebroken en een dubbelgebroken bit. Tegenwoordig rijdt het leeuwendeel van de ruiters met een dubbelgebroken bit. Hetzelfde geldt voor de watertrens versus de bustrens. De watertrens is momenteel veruit het populairst.
Maar waarom is dat eigenlijk, en wat is nou precies het verschil tussen deze bitten? Lees verder en je weet het!
Bustrens en watertrens vergeleken
Het grote verschil tussen deze twee bitten is hoe de bitringen aan het mondgedeelte bevestigd zijn. Bij de bustrens zitten de ringen ‘vast’ aan het gedeelte dat het paard in de mond draagt. Er zit natuurlijk wel beweging in, maar uitsluitend als een scharnier. Bij een watertrens lopen de ringen ‘los’ door het mondgedeelte. Hierdoor is een watertrens beweeglijker dan een bustrens. Zie ook de afbeelding hieronder.
Meestal is een bustrens enkelgebroken en een watertrens dubbelgebroken, al hoeft dat niet per se zo te zijn. Overigens komt ook een D-trens voor. Daarbij zitten de ringen op dezelfde wijze aan het bit vast, alleen hebben de ringen de vorm van een D.
Het verschil in werking tussen de bustrens en de watertrens
Of de voorkeur uitgaat naar een bustrens of een watertrens, hangt zowel af van het paard als van de ruiter. Over het algemeen is een watertrens dus wat beweeglijker, en een bustrens iets stabieler. Hierdoor wordt een bustrens iets vaker gebruikt bij jonge paarden, en bij paarden die wat gevoeliger in de mond zijn.
Aan de andere kant kan een paard bij een bustrens makkelijker z’n tong vast zetten, waardoor hulpen via het bit minder goed doorkomen. De werking van een D-trens is hetzelfde als een bustrens, alleen zijn deze bitten door de vorm iets scherper.
Ook kunnen ruiters voorkeur hebben voor het ene of het andere bit. Met een watertrens is een lichtere en lossere verbinding mogelijk dan met een bustrens. Ruiters die iets meer druk prettiger vinden, of zelf nog niet zo stabiel zijn in de hand, kiezen dan weer liever voor een bustrens.
Uitproberen wat werkt
Uiteindelijk geldt hier: probeer gewoon eens wat verschillende bitten uit en kijk wat voor jou en je paard werkt. Daarbij kun je dat dus testen voor een watertrens, bustrens of D-trens, maar ook voor enkel- en dubbelgebroken (of zelfs ongebroken).
Tot slot kan de dikte van het bit nog variëren wat ook weer invloed heeft op de werking en de communicatie tussen jou en je paard. Wel is het bij al deze bitten erg belangrijk dat de lengte van het bit goed is. Een te klein of juist een te groot bit kan leiden tot wondjes in de mondhoeken die erg pijnlijk zijn.
Eventueel kun je werken met rubberen bitringen die de paardenmond beschermen, maar bij een goed passend bit zou dit niet nodig moeten zijn.
En, waar gaat jouw voorkeur naar uit? Laat het weten in de comments!
Bron: Dressuur.nl en Bit.
Eén reactie
Pingback: