Zo controleer je of jouw paard te dik of te dun is
Te dun is niet goed, maar te dik is vaak een minstens zo groot probleem. Bovendien neemt ook bij paarden -net als bij mensen- overgewicht en zelfs obesitas toe.
Maar hoe kun je nu zien of je paard te dik, te dun, of precies goed is? Daarvoor gebruik je de zogenaamde Body Condition Score. Daarbij kijk je eerst naar het hele paard, vervolgens naar de hals, daarna naar de romp en tenslotte naar de achterkant.
Je kunt dan makkelijk bepalen in welke categorie jouw paard valt.
Vijf categorieën in de BCS
Bij de Body Condition Score (BCS) wordt er gewerkt met een vijfpuntsschaal. De scores zijn -2, -1, 0, 1 en 2.
Een paard dat goed op gewicht is wordt ingedeeld in de 0-categorie. Is het paard te dun, dan komt er een min voor te staan, en hoe hoger de score, hoe dikker het paard.
Kijk eerst naar het hele paard
Om het paard te kunnen beoordelen, bekijk je het hele paard eerst van een afstandje. Je kunt ‘m dan waarschijnlijk wel indelen.
Score | Kenmerken |
-2. Veel te mager | Botten zijn op veel plekken zichtbaar, het kruis is ingevallen en het heupbot is duidelijk te zien. |
-1. Te mager | Het heupbot is niet zichtbaar, maar het kruis is nog wel steeds hoekig. |
0. Op gewicht | Paard is goed in verhouding. |
1. Te dik | Paard heeft rond vormen. |
2. Veel te dik | Het hoofd lijkt klein in verhouding met het te dikke lichaam en het kruis lijkt te hoog (overbouwd). |
Vervolgens kijk je naar de hals van het paard
We zoomen nu iets meer in, en kijken naar een specifiek onderdeel van het paard. De hals. Opnieuw kunnen we het paard een score geven.
Score | Kenmerken |
-2. Veel te mager | De hals is opvallend dun, zeker als je het vergelijkt met het hoofd. |
-1. Te mager | Nog steeds is de hals in verhouding aan de dunne kant. |
0. Op gewicht | Je ziet een duidelijke overgang van de hals naar de schouder, en alles is in proportie. |
1. Te dik | De hals is in verhouding te dik. |
2. Veel te dik | De hals is opvallend zwaar en breed, met een ‘bolle’ manenkam. |
Daarna is de romp aan de beurt
Om te bepalen hoe het gewicht van het paard is, kijken veel mensen in eerste instantie naar de ribben. Dat is niet gek, want ook daar is behoorlijk wat van af te lezen.
Score | Kenmerken |
-2. Veel te mager | De ribben en ook de wervels zijn heel duidelijk zichtbaar. |
-1. Te mager | De ribben zijn te zien. |
0. Op gewicht | De ribben zijn niet zichtbaar, maar zijn wel eenvoudig te voelen wanneer je (zonder te duwen) over de romp voelt. |
1. Te dik | De ribben zijn niet zichtbaar, en om ze te voelen moet je kracht zetten. De buik is ronder. |
2. Veel te dik | De ribben zijn bijna niet meer te voelen, het paard heeft een bolle buik. |
Tot slot kijk je naar de achterkant van het paard
Om de laatste score te kunnen bepalen, ga je achter het paard staan. Je kijkt hierbij naar de billen van het paard.
Score | Kenmerken |
-2. Veel te mager | Van de achterkant lijkt het paard meer op een koe dan op een paard. Het kruis is hol en je ziet het skelet duidelijk zitten. |
-1. Te mager | Het kruis ziet eruit als een dak, nog steeds zijn de botten goed zichtbaar. |
0. Op gewicht | Het kruis heeft nog steeds vorm, maar is niet meer puntig. |
1. Te dik | Het paard heeft dikke billen en het kruis is rond. |
2. Veel te dik | De billen steken uit, en de vorm van het kruis is bijna hartvormig. |
Wat moet je doen bij welke score?
Het is duidelijk dat we allemaal streven naar de score van 0: een paard dat perfect in zijn lijf past. Natuurlijk kan er wel eens een -1 of 1 ontstaan. Je bent keihard aan het trainen en je paard valt af. Of andersom: door een blessure beweegt je paard minder, maar heel veel minder eten doet ‘ie niet. Ook wordt het ene paard wat makkelijker dik dan de andere. Zo lang het allemaal van tijdelijke aard is, is het allemaal niet zo’n ramp.
Kom je echter in de -2 of 2 categorie, dan moet je natuurlijk wel actie ondernemen. Is je paard veel te mager, dan zullen ongetwijfeld jullie prestaties gaan verminderen. Bijvoeren is dan een must. Maar als je paard veel te dik is, gaat er ook iets mis. Hij zal zich minder makkelijk kunnen bewegen en is misschien eerder moe. Maar niet alleen dat, ook bij paarden met obesitas ligt suikerziekte op de loer. Ook hoefbevangenheid is een risico. Het is dus minstens zo gevaarlijk (zo niet meer!) wanneer je paard te dik is in plaats van te dun.
Veel kun je zelf al doen. Je paard kan als ‘ie te dik is op dieet, en in ieder geval zijn snoepjes en andere extra voedingsmiddelen uit den boze. Meer bewegen zal je paard ook doen afvallen. Is je paard afgevallen, maar weet je niet waarom? Of lukt het niet om er weer gewicht bij te krijgen? Raadpleeg dan een dierenarts. Misschien heeft je paard een probleem aan z’n tanden wat de paardentandarts kan verhelpen, of is er iets anders aan de hand waarom hij niet goed eet.
Bron: Paardenarts