Paard en ruiter,  Ziekte en gezondheid

De paardentandarts: luxe of bittere noodzaak

Paardentandartsen waren een jaar of twintig geleden maar dun gezaaid, als ze er al waren. Inmiddels gaat bijna elk paard met een zekere regelmaat naar de tandarts. Toch zijn er genoeg mensen die het onzin vinden. In het wild hebben paarden toch ook geen tandarts? In dit artikel leggen we je uit waarom een paardentandarts een goede zaak is en welke gebitsproblemen paarden kunnen hebben.

Waarom een paardentandarts?

Inderdaad, in het wild gingen gingen paarden niet naar de tandarts. Maar ook niet naar de hoefsmid, en die komt als het goed is ook regelmatig. Het is nu eenmaal zo dat de omstandigheden van wilde paarden nogal verschillen met het gedomesticeerde paard. Zo slijten de hoeven van wilde paarden op zo’n manier af, dat ze altijd op de goede lengte en in de goede vorm blijven. Onze paarden staan in stallen, lopen over verharde weg en gebruiken om wedstrijden vaak ijzers met kalkoenen voor de grip. Dat is ook anders dan op blote voeten.

Hetzelfde geldt voor het gebit van het paard. In het wild eten paarden ook gras, maar daarnaast bomen en takken, kruiden en andere zaken die ze in de natuur tegenkomen. Anders dan voorbewerkt hooi, kant-en-klare biks en slobber. Tanden slijten daarom minder of scheef af. Of zelfs meer, bijvoorbeeld als je paard aan kribbebijten doet. Zonder goed gebit kan een paard niet goed eten, wat gevolgen kan hebben als vermagering, tekort aan vitaminen of maagzweren. Dit kan trouwens in het wild ook voorkomen, dus misschien was een tandarts daar ook geen overbodige luxe geweest…

Voorbeelden van gebitsproblemen bij paarden

Er zijn verschillende problemen die bij het paardengebit kunnen optreden. Sommige hiervan zijn eenvoudig op te lossen, andere vragen om grover geschut.

Scheve tanden

Dat tanden scheef afslijten, komt meestal door de stand van de kaak. Oftewel: het paard is ermee geboren. Bijvoorbeeld een onderbeet of een overbeet, een scheve kaak, of andere aanleiding waarom de tanden niet netjes op elkaar aansluiten. Helaas bestaan er geen beugels voor paarden, dus heeft deze afwijkende stand invloed op de manier waarop de tanden slijten. Goed nieuws is wel dat de tandarts dit in de meeste gevallen relatief makkelijk kan corrigeren, al moet dit natuurlijk wel goed bijgehouden worden.

Ruimtes tussen de tanden: diastema

Bij een diastema sluiten de tanden niet goed aan op elkaar. In de ruimtes tussen de kiezen blijft dan eten achter, wat kan gaan rotten en tot ontstekingen kan leiden. Soms lukt het de tandarts om de ene kies een beetje aan te passen waardoor een andere kies weer net anders kan gaan groeien, maar vaak is dit een terugkomend euvel. Dit probleem komt relatief vaak voor bij Friezen.

Doppen op de kies

Soms blijven de melkkiezen achter terwijl het blijvende gebit al ‘door’ is. Deze staan dan hoger dan de goede kiezen waardoor het gebit niet goed past. Ook hier zorgt dat voor verkeerde slijtage.

Equine Odontoclastic Tooth Resorption and Hypercementosis (EORTH)

Deze zeer pijnlijke tandziekte zien we vaak bij oudere paarden. Het tandbeen lost hierbij als het ware op, wat zorgt voor loszittende, afbrekende en tenslotte uitvallende tanden. Er ontstaan vaak ontstekingen van het tandvlees. Het paard wil vaak geen bit meer in en eet slecht -zeker harder voer zoals wortels- en soms ruikt hij ook onfris uit z’n mond.

Er is geen behandeling, de enige manier om de pijn te verlichten is het trekken van de aangedane tanden. Vaak zijn dat alle snijtanden. Dat hoeft geen probleem te zijn, omdat een paard kauwt met z’n kiezen. Het is verbazingwekkend hoe snel deze paarden leren om gras af te snijden met behulp van hun tong. Ze zijn namelijk meestal al lang blij dat ze weer zonder pijn kunnen eten. Enige nadeel van het ontbreken van de tanden is dat deze paarden vaak de tong uit de mond laten hangen. Deze wordt immers niet meer tegengehouden door de tanden.

Haken aan de kiezen

Ook haken aan de kiezen worden veroorzaakt door het ongelijk afslijten van de kiezen. Er blijven scherpe randjes staan aan de binnenkant en de buitenkant van de kies, die leiden tot wondjes aan de tong of de binnenzijde van de wangen. Erg vervelend voor het paard, maar gelukkig eenvoudig te behandelen.

Zo herken je gebitsproblemen

Je kunt je voorstellen dat alle problemen die hierboven worden besproken erg veel last kunnen geven voor het paard. Waarschijnlijk zou jij geen minuut langer meer kauwen met zoveel pijn. Helaas, bij een paard zijn deze problemen een stuk moeilijker te herkennen. In het wild betekent niet eten immers dat het paard dood gaat, dus dan kun je maar beter tot het bittere eind door blijven kauwen. Nog een reden om de tandarts te laten komen, hij of zij kan tenslotte snel zien of er iets mankeert aan het gebit.

Toch zijn er wel een aantal zaken die verraden dat het paard pijn in z’n mond zou kunnen hebben. Raadpleeg in dat geval een paardentandarts of een veearts. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Een flinke hap voer nemen, maar daarvan de helft weer laten vallen
  • Het hoofd schuin houden tijdens het eten
  • Minder eten / afvallen / slecht in de vacht komen te zitten
  • Verzet tegen het bit
  • Verzet tijdens het rijden, zeker als dat ‘opeens’ ontstaat
  • Slechte adem / uit de mond ruiken
  • Wondjes in de mond
  • Opvallend rood / ontstoken / open tandvlees

En, tijd om ook voor jouw paard de tandarts te bellen? Hij of zij kan je dan meteen uitleggen hoe je aan de tanden van een paard kunt zien hoe oud ‘ie is!

Bron: Paardenpro en Paardenarts